Gedragscode Kleinzakelijke Financiering

De Nederlandse Vereniging van Banken heeft een afdwingbare Gedragscode Kleinzakelijke Financiering opgesteld. De Gedragscode Kleinzakelijke Financiering is op 1 juli 2018 in werking getreden. Hierdoor zal meer zekerheid bestaan over de dienstverlening van banken jegens kleinzakelijke klanten. In de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering (hierna: “de Gedragscode”) zijn verschillende gedragsnormen neergelegd waar banken zich aan dienen te houden, zowel bij het verstrekken van financieringen aan kleinzakelijke klanten, als gedurende de looptijd van de financiering.

Kleinzakelijke klanten

De Gedragscode is van toepassing op rechtspersonen en natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van hun beroep of bedrijf met een jaaromzet van maximaal € 5.000.000,-. Het moet daarbij gaan om financieringen die na 1 juli 2018 zijn verstrekt, of om bestaande financieringen die na 1 juli 2018 zijn verhoogd. Naar aanleiding van de financiële crisis bestond behoefte aan meer duidelijkheid voor kleinzakelijke klanten. Kleinzakelijke klanten hebben namelijk een andere financiersbehoefte dan consumenten, maar beschikken niet over dezelfde kennis als grote ondernemingen. De Gedragscode zal deze positie verduidelijken.

Inhoud Gedragscode

In de Gedragscode zijn minimumrichtlijnen opgenomen waar banken zich aan dienen te houden. Het financieringsproces is opgedeeld in drie fases: de Oriëntatiefase, de Aanvraagfase en de Beheerfase. Banken moeten bijvoorbeeld in de Oriëntatiefase de voor- en nadelen van de risico’s van hun financiële producten in kaart brengen. In de Aanvraagfase moeten banken onder andere nagaan of de financiering aansluit bij het bestedingsdoel van de klant. Ook dient een bank bij afwijzing van een financieringsaanvraag, haar overwegingen schriftelijk kenbaar te maken.

In de Beheerfase dient een bank o.a. minimaal twee maanden van te voren te berichten dat een Rentevaste Periode afloopt. Ook moet een bank correspondentie of financieringsdocumentatie opnieuw aan de klant verstrekken als de klant daar om vraagt. Bij overdracht aan de afdeling bijzonder beheer dient de bank haar klant daarover en over de reden daarvan in te lichten.
Op grond van de Gedragscode kunnen kleinzakelijke klanten een geschil met de bank voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (“KiFiD”).

Wilt u weten wat de inwerkingtreding van de Gedragscode voor u betekent, of wilt u advies over uw rechtspositie ten opzichte van uw bank? Neem dan contact op met Roger Kroes (r.kroes@www.bos-partners.nl) of Jolien Derksen (j.derksen@www.bos-partners.nl).